Fürchte nicht, ga aan de slag in Duitsland!
Door Annemieke Wissink en Ben Kokkeler, Twentse kandidaten (plaatsen 4 en 5) voor de Provinciale Statenverkiezingen Overijssel namens de PvdA.
In de grensregio’s in Nederland is de werkeloosheid hoog, soms wel twee keer zo hoog als het gemiddelde van Nederland. Bij ons in Twente ligt de werkeloosheid ruim boven het Nederlands gemiddelde, in de grensstad Enschede is de werkeloosheid zelfs tegen de 20%.
Terwijl er direct over de grens veel vacatures zijn, in het bijzonder op MBO-niveau. De branches met de grootste vraag zijn kinderopvang, verpleging, bouw, metaal en logistiek. Terwijl Twente juist hoge werkeloosheid in de kinderopvang en bouw kent.
Sterke en sociale Euregio
Toch is het voor Tukkers moeilijk om de landsgrens te overbruggen. Een gemiste kans voor onze regio en voor de werknemers, die nu vaak lange tijd aan de kant staan. Een bouwvakker die na anderhalf jaar vruchteloos solliciteren, in Duitsland na vijf sollicitaties op drie plekken aan de slag kan is geen uitzondering. Waarom zijn de Twentse bouwvakkers en kinderleidsters dan niet massaal in Duitsland aan de slag?
Maar ook een gemiste kans voor Duitse werkgevers: Nederlandse professionals hebben een goede naam, niet alleen als goede vakmensen, maar ook omdat zij bijdragen aan innovaties, kritisch zijn, concreet bijdragen aan verbeteringen en vernieuwingen. Naast de onmiddellijke belangen, voor meer mensen goed werk, is er ook het langere termijn belang: we leven in het Europa van de regio’s.
Wij Twentenaren en onze Oosterburen hebben alle belang bij een sterke en sociale Euregio met een open uitwisseling van mensen, talenten en culturele waarden.
Praktische problemen aanpakken
Er zijn drie oorzaken die de voornaamste praktische problemen opleveren.
Ten eerste is het loon in Duitsland lager dan in Nederland. Het onlangs ingevoerde Duitse minimumloon is per uur ongeveer 4 euro lager dan bij ons. Daar staat tegenover dat veel sociale voorzieningen, zoals kinderbijslag hoger zijn. Hoe het onder streep uitpakt is per geval verschillend.
Ten tweede kun je over het in Duitsland verdiende loon geen hypotheekrente aftrekken.
Aan deze eerste twee problemen is op korte termijn niet zo veel te veranderen. Het zijn nu eenmaal verschillende systemen, daaraan werken we op nationale en Europese schaal. Dit zal voor sommige groepen, bijvoorbeeld grote gezinnen gunstig uitpakken, terwijl alleenstaanden met een duur koophuis vaak minder gunstig uitkomen. Het is in het begin goed uitzoeken en dit is niet eenvoudig, maar de EUREGIO, een Duits-Nederlands samenwerkingsverband, helpt grensarbeiders om hun persoonlijke situatie helder te krijgen.
De derde praktische oorzaak is de moeizame erkenning van diploma’s. Dit kan makkelijk zes maanden in beslag nemen als je diploma al erkend wordt. Er zijn verschillende oorzaken voor, waaronder het Nederlandse onderwijssysteem. In Duitsland heb je twee diploma’s voor kinderleidster, in Nederland zijn er ongeveer tachtig. Vind je het gek dat de Duitsers daar moeite mee hebben? Dit kan ook een probleem worden voor de Duitse studenten die in steeds grotere aantallen in Nederland komen studeren. Wat is hun diploma straks in Duitsland waard?
Er is gelukkig momenteel veel aandacht voor de mogelijkheden van werken in Duitsland. Het heeft bijvoorbeeld een prominente plek in ambitieuze banenplannen als ‘Twente werkt!’.
De politiek lijkt zich tot op heden voornamelijk te focussen op het veranderen van regels. Belangrijk, maar dat gaat te lang duren voor al die Tukkers die nu aan het werk willen.
Drempels wegnemen
We moeten de psychologische drempel, soms zelfs angst, wegnemen. Tukkers rijden tot ver in de Randstad om te gaan werken, maar de Duitse stad Gronau, grenzend aan Enschede, lijkt heel ver weg. Verschillen in cultuur, regels en taal maakt mensen onzeker.
Slechte verhalen doen vaak sneller de ronde dan goede ervaringen. Spookverhalen over bijvoorbeeld pensioenrechten versterken deze emotie. Begrijpelijk, maar die zorg is vaak niet terecht. Wanneer het zou lukken om dit gevoel weg te nemen zou de werkeloosheid in ons grensgebied flink kunnen dalen. Daarom is het in onze ogen de primaire taak van overheden, werkgevers maar ook van Tukkers zelf om de brug naar Duitsland te verstevigen.
Deze kans lijkt bij veel partijen nog niet te zijn doorgedrongen. Het is bijvoorbeeld eigenaardig dat Duits op school geen verplicht vak is. Terwijl Duitsland behalve ons buurland met afstand onze belangrijkste handelspartner is.
Ook wordt beknibbeld op de dienstverlening aan grensarbeiders en staan instellingen die deze dienstverlening leveren, zoals het Bureau voor Duitse Zaken, zelfs ter discussie. Dit terwijl het vinden van de juiste persoonlijke hulp en de goede informatie essentieel is voor het nemen van de stap om in Duitsland werk te gaan zoeken.
Elke situatie is echt anders, werkzoekenden zouden op gebied van taal, regelgeving en diploma’s persoonlijk begeleid moeten worden. En er zou een meldpunt moeten komen dat goede en slechte ervaringen van werkers registreert om er snel lering uit te trekken, en samen met Duitse collega’s praktische verbeteringen in te vinden waarmee Nederlandse en Duitse werkers direct verder kunnen.
In de regio ook zelf aan de slag
Gelukkig kunnen we in onze regio zelf veel doen om de situatie te verbeteren.
Naast lobbyen in Den Haag en Brussel voor betere regels en meer middelen, moeten we vooral ook zelf aan de slag. Ontmoetingen en samen-werken tussen Nederlanders en Duitsers lijkt toch de beste manier om de psychologische afstand te verkleinen.
De Provincie, gemeenten en EUREGIO kunnen samen met onder andere basisscholen, MBO-instellingen, sportclubs en culturele instellingen deze ontmoeting bevorderen. Bijvoorbeeld door het organiseren van buitenlandse stages bij beroepsonderwijs, uitwisselingen met basisscholen en snuffelstages voor werkzoekenden. Op dit vlak vinden wel projecten plaats, maar dit moet veel verder worden uitgebouwd.
Stimuleer het leren van elkaars cultuur en taal. Hierbij zal je merken dat de verschillen helemaal niet zo groot zijn. En waar er wel verschillen zijn, is het telkens weer een ontdekking dat ze tot nieuwe inzichten leiden, tot verruiming van je kijk op de wereld.
Daarnaast is het noodzakelijk dat we zorgen dat de juiste informatie en hulp makkelijk te vinden is. Laten we niet alleen naar Den Haag of Brussel kijken, maar vooral in Overijssel doen wat we zelf kunnen.
Laten we niet alleen focussen op het veranderen van de regels, maar kijken wat we los van de regels kunnen verbeteren, daar hebben we veel mee te winnen. Laten we vooral zelf investeren in onze relatie met de Duitsers, want ‘beter een goede buur, dan een verre vriend’.