Ter ere van de verjaardag van de PvdA op 9 februari heeft onze columnist een column geschreven
PvdA 75 jaar jong
Na de oorlog, op 9 februari 1946, had het ‘Plan van de Arbeid’ van de SDAP uit 1935 nog niets van zijn actualiteit verloren. Integendeel, het bood nog steeds een goed alternatief voor de grootscheepse bezuinigingen van de kabinetten Ruys de Beerenbrouck en Colijn van voor de oorlog. Vanaf 1937 wilde de SDAP niet langer alleen de arbeidersklasse vooruit helpen, maar beoogde zij een rechtvaardiger samenleving als geheel, met actief en rechtvaardig overheidsoptreden op economisch gebied.
Wereldoorlog en Wederopbouw
De schade die de oorlog had aangericht maakte een welgemikte Wederopbouw noodzakelijk zodanig dat iedereen er weer een beetje bovenop zou komen. En het was van belang dat geïnvesteerd zou worden in herstel van de werkgelegenheid en de economische groei.
Arbeid werd gezien als bron van alle welvaart. In 1945 werd er zonder verkiezingen onder leiding van de niet-partijgebonden Schermerhorn een regering gevormd met drie SDAP-ministers. Met inzet van progressieve liberalen en confessionelen werd op 9 februari 1946 in het verlengde hiervan de Partij van de Arbeid opgericht, die zich zou inzetten voor een rechtvaardiger samenleving waarin mensen zich konden ontplooien in verbondenheid met die samenleving. Dat vieren we nu, anno 9 februari 2021.
Verzorgingsstaat
In die periode zo vlak na de oorlog is in de achtereenvolgende kabinetten Drees (1948 – 1958) met veel inzet een aantal successen behaald voor wetten en regels die nu voor eenieder vanzelfsprekend zijn. De verzorgingsstaat met AOW voor iedereen die 65 werd, met een sociaal vangnet voor als je geen werk meer hebt, en een basis voor bestaanszekerheid met de bijstand.
Na die start van 75 jaar geleden heeft de PvdA met deze Sociaal Democratische verworvenheden ook in de jaren 1973 – 1977 met Den Uyl als premier en later oppositieleider tegenover twee kabinetten VVD en CDA een belangrijk stempel op de Nederlandse politiek gedrukt.
Niet vanzelfsprekend
In mijn studententijd hield ook ik mijn van huis uit meegekregen geloofsovertuiging voor gezien en werd ik lid van de PvdA, wat in mijn studentenkringen niet vanzelfsprekend was, en waarover mijn vader, achttien jaar lang fractievoorzitter van de KVP in de gemeenteraad, not amused was.
Paarse kabinetten
In 1993 kwamen Paars I en II. Werd dat aanvankelijk gezien als een succes voor de PvdA en met name premier Kok, al was het maar omdat dat het eerste ‘ongelovige’ kabinet was, zonder CDA; later kwam progressief Nederland erachter dat er toen wèl wat te veel werd geloofd in ‘marktwerking’ als panacee voor al wat mis was. De provincies verkochten bijna alle en masse hun energie-aandelen Essent en Nuon mèt de zeggenschap daarover aan het Duitse RWE en het Zweedse Vattenfall. Marktwerking! Het laisser faire van de marktwerking in de zorg, aan de universiteiten, in de energievoorziening: het leek meer gebaseerd op een geloof dan op een heldere sociaaleconomische analyse. Immers de zorg, de energievoorziening, de wetenschap en het onderwijs, we komen er langzamerhand achter dat die collectieve verworvenheden te belangrijk en te kostbaar zijn om aan ‘de markt’ over te laten. Op die plekken van nut voor het algemeen in de samenleving moet geen kans liggen voor ‘slimme ondernemers’ die de mazen in de wet gebruiken voor zorg-, onderwijs- en energiedistributie met als motto: fop de massa, grijp de kassa.
Rutte II
Na de snelle formatie van Rutte II bleek er voor een Sociaaldemocratische politiek te weinig mogelijk door het sterke VVD-stempel dat op dat kabinet werd gedrukt. Al hebben de PvdA-ministers wellicht nog het nodige kunnen tegenhouden.
Na kabinet Rutte II zit de PvdA nu weer in de oppositie. Asscher werd partijleider. Met het vigerende beleid worden de rijken rijker, de armeren krijgen het minder en menigeen komt moeilijker dan nodig aan een betaalbaar huis, studeren is vaak te duur, de zorgkosten onbetaalbaar voor particulieren. En de voedselbanken worden onrustbarend populair.
Toeslagenaffaire
En toen kwam de toeslagenaffaire. Een schandaal waar drie lijsttrekkers bij betrokken waren: Rutte (VVD) als premier, Hoekstra (CDA) als minister van Financiën en -voormalig- minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Asscher. De uitvoering van de toeslagenwet lag bij de belastingdienst, onderdeel van Financiën, eigenlijk geheel buiten SZW om. Toch voelde de integere Asscher zich verantwoordelijk voor de schrijnende gevallen, in tegenstelling tot de veel meer rechtstreeks betrokken ministers Rutte en Hoekstra. Asscher stapte als enige op. Onder meer onder druk van binnen de partij. Met zulke partijvrienden heb je geen politieke vijanden meer nodig!
Ploumen
Lilianne Ploumen nam met verve het stokje over en gaat verder met waar Asscher voor stond. Er staat nu een prima programma een agenda voor de toekomst na corona: meer sociale huurwoningen, “scheefwonen” ontmoedigen en huisjesmelkers aanpakken. Zorg voor de zorg, hogere belasting voor de puissant rijken, gelijke kansen stimuleren in het onderwijs, vergroening van de industrie met kansen voor werkgelegenheid en meer van die dringende zaken. Ontdaan van het geloof in de markt voor collectieve voorzieningen die er voor velen toe doen. Fris en fruitig Sociaal Democratisch.
Vijf en zeventig mag dan een eerbiedwaardige leeftijd zijn, met zo’n programma ben je nog jong en wil je nog wat.
De rode pen