Column de Rode Pen Belastingparadijs

16 maart 2021

Belastingparadijs

Vanmorgen hoorde ik, gewekt met het nieuws, dat Nederland wereldwijd gemeten op de vierde plaats staat van de belastingparadijzen. Nèt naast het erepodium, waarop de Maagdeneilanden, de Kaaimaneilanden en de Bermuda’s staan. Ik kroop onder de dekens van schaamte. Zijn WIJ dat echt?

Gisteravond zag ik Lillianne Ploumen in verkiezingsdebat met Sigrid Kaag, voor een verkiezingsdebat blij-verrassend informatief en constructief. Ik hoorde haar zeggen dat ze voor realisering van haar plannen een extra belastingbijdrage wilde van vooral de grote bedrijven en multinationals van zo’n tweeënveertig miljard, met straatlengtes het recordbedrag van alle lijsttrekkers. Ik vroeg me toen af of dàt nou niet wat teveel gevraagd is. Andere linksere partijen en ook CDA en VVD willen eveneens belastingverhoging, maar zelfs de SP kwam niet verder dan de helft van dit bedrag.

Het beschamende belastingparadijselijke nieuws van vanmorgen stelde me daarover gerust. Er valt hier kennelijk nog (te) veel te halen voor bedrijven en wie weet voor wie nog meer. De drugsmaffia zal ook niet onverschillig zijn voor belastingvoordeeltjes, en niet te vergeten de hier makkelijk bereikbare witwaspraktijken, als ik af ga op de strafrechtelijk vervolgde bank-ceo’s na de schikkingen die hier op witwasgebied al zijn getroffen. Men noemt al die faciliteiten wel ‘een gunstig vestigingsklimaat’. Ik zou ze graag naar de Kaaimaneilanden verbannen. Maar die hebben niet die calvinistisch-degelijke reputatie, waar Nederland kennelijk nog steeds op drijft, al klopt daar voor kenners, en bij nadere beschouwing, dus niet zoveel van.

Nog een ander financieel curiosum deed de ronde, en kwam ook in de dialoog tussen Kaag en Ploumen aan de orde: de bonus van drie miljoen (of was het zes?) voor de topman van Albert Heijn. Hè?? Ik dacht dat ze daar op de kleintjes letten, maar dat zie je niet aan de beloningen structuur van de hardwerkende medewerkers. Want de vakkenvullers kregen geen verbeterde cao, ondanks de giga corona-winsten van juist de supermarktbranche en de ongetwijfeld grotere werkdruk op degenen die die uit z’n voegen barstende verkoopcijfers in de winkels gestalte mogen geven. Het lijkt een strijd tussen  vele vakkenvullers en een paar zakkenvullers. En eerlijk gezegd geneer ik mij daarvoor, want ik sta erbij en moet het aanzien. Dus, Lilianne, houd het toch maar even op die tweeënveertig miljard. In de coalitieonderhandelingen kan je daar altijd nog wat op afdingen, àls daar goede argumenten voor ter tafel komen.