‘Overheid aan zet voor eerlijke prijs voor boer’

73-fred-rijkens

Fred Rijkens

Fractievoorzitter PvdA Hof van Twente

Boeren niet betalen voor de kosten die worden gemaakt om aan steeds meer eisen te voldoen, is diefstal. Ze moeten een eerlijke prijs voor hun producten krijgen.

Het is mij altijd een raadsel hoe politici kunnen beweren dat ze achter de boeren in ons land staan. Het aantal boeren in Nederland is van 100.000 in het jaar 2000 teruggelopen naar minder dan 50.000 in 2017. Die achteruitgang is bovendien nog lang niet voorbij. Het is eenvoudig voorspelbaar dat onze agrarische sector op den duur zal bestaan uit nog maar een beperkt aantal zogenaamde kapitaalintensieve bedrijven. Gezinsbedrijven, dat wil zeggen situaties waarin een particulier eigenaar is van een boerenbedrijf, zullen steeds meer afnemen.

In dat licht vraag je je af wat politici nu precies bedoelen met hun steun aan ‘onze boeren’. Elk jaar worden het er minder en de mensen die achter onze boeren staan, verdedigen juist de mechanismen die dat veroorzaken. De van oorsprong in eigendom van de boeren zijnde coöperaties bieden steeds lagere prijzen, om maar te kunnen blijven concurreren.

Kleinere marges

Boeren worden zodoende gedwongen om tegen steeds kleinere marges steeds meer te produceren. De overheid en daarmee de burgers in ons land stellen steeds hogere eisen als het gaat om milieu, dierenwelzijn en de kwaliteit van ons landschap. De grootwinkelbedrijven streven naar steeds lagere prijzen voor voedsel.

En de boer, die ploegt steeds minder vaak voort. Door de toenemende druk op de prijzen en het toenemend aantal eisen voor milieu en dierenwelzijn, raken steeds meer boeren in de knel. De vraag is niet of die maatregelen er moeten komen, maar wie ze dan moet betalen. Tot nu toe draaien boeren daar onevenredig voor op.

‘De kosten van ons maatschappelijk welzijn mogen niet langer eenzijdig worden afgewenteld op maar één groep in de samenleving’

Deltaplan nodig

Wat de boeren in ons land echt nodig hebben is een ‘deltaplan’. Een plan waarbij alle betrokken partijen de cirkel doorbreken, die nu steeds meer boeren uiteindelijk de kop zal kosten, met heel veel ellende en verdriet tot gevolg. De cirkel die doorbroken moet worden is die van het afwentelen van alle kosten en problemen op de laagste schakel in het productieproces voor agrarische producten. Het moet maar eens afgelopen zijn met het mechanisme dat de Unilevers en FrieslandCampina’s en ga zo maar door al hun kosten afwentelen op de producenten (zijnde de boeren). Datzelfde geldt ook voor onze Jumbo‘s, Albert Heijns enzovoorts. De kosten van ons maatschappelijk welzijn mogen niet langer eenzijdig worden afgewenteld op maar één groep in de samenleving.

Sommigen zullen betogen dat verandering een onhaalbare kaart is, maar niks is minder waar. De Unilevers en Jumbo’s worden zich steeds meer bewust van hun maatschappelijke rol en de opvattingen van hun klanten over die rol. Deze bedrijven willen dat wel, maar kunnen die rol niet alleen invullen, omdat dan de concurrentie toeslaat.

Overheid moet initiatief nemen

Om dat te voorkomen moet de overheid het initiatief nemen. Kern van het deltaplan moet zijn dat als boeren voor ons milieu moeten zorgen (en dat moeten ze), ons moeten helpen met het bevorderen van de duurzaamheid, het dierenwelzijn ter harte moeten nemen enzovoorts, we diezelfde boeren daarvoor zullen moeten betalen.

Sommigen noemen dat subsidie, maar dat is onzin. Boeren niet betalen wat ze aan kosten maken, is gewoon een vorm van diefstal of, iets positiever, voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Want dat wij als consumenten een deel van die kosten zullen moeten betalen, lijkt me onontkoombaar en volkomen terecht.